Mooie plaatjes van mooie plekjes
Het fotograferen van landschappen lijkt op het eerste gezicht gemakkelijk. Er valt weinig te kiezen: het landschap is er al, de zon is er wel of hij is er niet, je kunt een paar passen vooruit of achteruit doen, maar daarmee lijkt het allemaal wel gezegd.
Maar niets is minder waar. De fotograaf moet een heleboel keuzes maken die net het verschil maken tussen een matige of een goede foto. Kun je alleen maar een paar stappen voor- of achteruit doen, of kun je misschien een heel ander, veel spannender standpunt zoeken? Hoe breng je diepte in je foto door een struik of een rots op de voorgrond te laten zien? Is alles dan wel scherp? Zet je het hoofdonderwerp in het midden of juist wat meer aan de randen van de foto? Hoe hoog zet je de horizon in beeld? Is je compositie nu een beetje in balans? Loont het de moeite om even te wachten zodat het licht misschien nog mooier wordt?
En dan natuurlijk de techniek. Welk diafragma kun je het beste gebruiken voor de juiste scherptediepte? Heb je misschien een statief nodig omdat de belichtingstijden toch wat te lang worden om de foto uit de hand te nemen? Wil je een grijsfilter of een polarisatiefilter gebruiken? Met welke lens en welke brandpuntsafstand krijg je het mooiste plaatje? Fotografeer je in RAW of in JPG? En hoeveel nabewerking wil je doen?
Kortom: voor het maken van echt mooie landschapsfoto's moet je wel wat doen.
Klik op een foto voor een vergroting.